Door de invoering van het sociale leenstelsel zullen in het hoger onderwijs 10.700 studenten per jaar minder gaan studeren.

Dit blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Het kabinet wil de huidige basisbeurs voor studenten, die een gift is, afschaffen en daar een leenstelsel van maken.

In het hbo zullen daardoor 7700 studenten minder gaan studeren, bij het universitair onderwijs gaat het om 3000 studenten.

Al eerder berekende het CPB de effecten van het leenstelsel, maar deed dat toen op basis van een 3-jarige hbo-studie. Nu het CPB heeft gekeken naar 4-jarige studies valt het effect hoger uit; eerder zou het gaan om 4000 studenten minder in het hbo.

Niet erg
Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) stelt in een reactie op het rapport richting de Tweede Kamer dat het niet erg is als minder mensen gaan studeren. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een andere opleiding of opleidingsniveau.

Zo kunnen mbo’ers vaker ervoor gaan kiezen om als vakmensen aan de slag te gaan, in plaats van een hbo-opleiding te gaan volgen, aldus Bussemaker.
“Het wordt pas een probleem als jongeren kansen laten liggen om hun talenten zo goed mogelijk in te zetten. Als de verminderde deelname specifiek studenten uit lagere inkomensgroepen zou treffen, dan zou ik dat zorgelijk vinden”, aldus Bussemaker. De minister laat daarom een onderzoek uitvoeren door het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Leenangst
Ook stelt Bussemaker tegen de Kamer dat het thema schulden niet te groot moet worden gemaakt en dat de leenangst niet onnodig moet worden aangewakkerd.

Daarmee baseert ze zich op een rekenmodel van een leraar met een studieschuld van 22.000 euro, die is opgebouwd door 4 jaar lang iedere maand 400 euro te lenen.

Als deze docent zijn studieschuld moet terugbetalen komt dit neer op 150 euro per maand. Bij een loon van 34.000 euro per jaar betekent dat 8 procent van het netto-inkomen. Als dezelfde docent 2 jaar langer heeft gestudeerd, moet hij volgens dezelfde berekeningen 10 procent van zijn netto-inkomen afdragen.

Geen bezuiniging
Het sociale leenstelsel moet het ministerie 1,2 miljard euro opleveren. Het is geen bezuiniging, want het geld wordt in de verbetering van het onderwijs gestoken, aldus Bussemaker.

Voor de studiefinanciering van mbo’ers verandert er niets. Het plan moet in 2014 van kracht worden, maar het kabinet heeft er (nog) geen meerderheid voor in de Eerste Kamer.

Kritiek
Studentenvakbond LSVb reageert tegenover NU.nl kritisch op het rapport en de brief van Bussemaker. “Het juiste diploma en voldoende motivatie behoren de enige legitieme criteria te zijn om te starten aan een studie in het hoger onderwijs.”

“De keuze om te gaan studeren behoort geen financiële afweging te zijn. Dat lijkt het hiermee wel te gaan worden”, aldus een woordvoerder.

Relatief
Ook hekelt de LSVb de opstelling van het planbureau. “Het CPB noemt de extra studieschuld door een leenstelsel ‘relatief’, terwijl dit een verdubbeling is. De huidige studieschuld is gemiddeld 15.000 euro. Met het verdwijnen van de basisbeurs komt daar voor uitwonende studenten 14.700 euro bovenop.”

Uit een eigen enquête van de LSVb en FNV bleek eerder dat bijna de helft van de studenten zal afzien van een studie bij de invoering van het leenstelsel. Ook zal bijna 70 procent meer gaan werken als de basisbeurs wordt afgeschaft.

Volgens Bussemaker kan het verschil in de uitkomst van het CPB en het LSVb onderzoek komen doordat bij het laatste onderzoek mensen er zelf voor kozen deel te nemen.

Thuiswonend
De effecten van het leenstelsel zijn gebaseerd op een prijsverhoging voor thuiswonende studenten, waar is uitgegaan van 4700 euro (4 jaar) of 3525 euro (3 jaar) over de totale studietijd (1175 euro per jaar). Het CPB beaamt tegenover NU.nl dat de kosten voor uitwonende studenten echter hoger zullen uitvallen. Zo berekende Bussemaker eerder al dat uitwonende studenten 14.700 euro extra moeten gaan financieren voor een 4-jarige opleiding.

Uit wetenschappelijke literatuur is echter niet bekend wat voor effect de verandering van het leenstelsel zal hebben op het sociale gedrag van studenten, aldus een woordvoerder van het CPB.

Het kan bijvoorbeeld zijn dat studenten ervoor kiezen anders te zullen gaan wonen. “En als mensen ervoor kiezen niet te gaan studeren dan worden ze ook geconfronteerd met woonkosten.”

Rente
In de berekeningen van het CPB zijn ook de rente-effecten op een studieschuld niet meegenomen. Door het afschaffen van de basisbeurs zullen studenten in de toekomst een hogere studieschuld oplopen.

Over deze schuld betalen studenten rente vanaf het moment dat ze afstuderen. Het CPB heeft daar in de berekeningen opmerkelijk genoeg geen rekening mee gehouden, omdat de extra schuld die deze rente oplevert klein zou zijn.

Bron: Nu.nl