Ouders met een familiebedrijf hoeven niet meer te rekenen opvolging door hun kinderen. Uit onderzoek van de Universiteit van St. Gallen en Ernst & Young blijkt dat wereldwijd slechts 7% van studenten uit ondernemersfamilies het bedrijf van hun ouders direct na hun studie willen overnemen.

Uit het onderzoek blijkt verder dat 13% pas vijf jaar na het afstuderen hun ouders willen opvolgen. Hieruit is op te maken dat zij eerst andere ervaringen willen opdoen, om later te kiezen voor het familiebedrijf. 22,7% van de ondervraagden geeft aan een ‘potentiële opvolger’ te zijn, maar geeft geen tijdsbestek aan. De meeste studenten die het familiebedrijf meteen na hun studie willen overnemen komen uit Griekenland (17%). Daarop volgen Rusland (16%) en Roemenië (13%). Nederland scoort vrij laag met slechts 3%.

Tevens blijkt uit het onderzoek dat studenten die een economische studie volgen eerder het familiebedrijf overnemen dan studenten die andere studies volgen.

Landen met opkomende economieën als Mexico, Chili, Zuid-Afrika en Argentinië hebben het grootste aantal studenten uit ondernemersfamilies. In het onderzoek wordt vastgesteld dat daar sprake is van ‘opvolging uit noodzaak’. Bij de rijkere landen wordt het opvolgen van een familiebedrijf meer gezien als een ‘aanvullende optie’.

Het onderzoek werd gehouden in de vorm van een enquête. Ruim 1,3 miljoen studenten aan universiteiten uit 26 landen werden benaderd. De enquete werd ingevuld door ruim 93.000 studenten, waaronder 13.121 uit Nederland.