De Nederlandse Vereniging van Makelaars overspoelt de media met data over wat er is verkocht, waar en voor welke prijzen. Helaas houdt men niet bij wie de kopers zijn. En juist daar is er veel veranderd, met grote gevolgen voor de koopwoningmarkt. Er is namelijk een belangrijke nieuwe concurrent bij gekomen, de particuliere belegger (niet te verwarren met de institutionele belegger). Mijn stelling is: niet de koopwoningmarkt maar de particuliere verhuursector (buy-to-let) is momenteel booming. Dat geldt met name voor Amsterdam en de andere universiteitssteden.

De oorzaak van deze herleving van de particuliere huursector ligt bij de extreem lage rente die vermogende personen ertoe doet besluiten geld van spaar- en beleggingsrekeningen te halen en te investeren in het veel beter renderende vastgoed. Daarbij groeit de vraag naar huurwoningen gestaag, vooral in de universiteitssteden.

Particulieren willen investeren in koopwoningen omdat deze leeg staan en zij vrij zijn de huurprijzen te bepalen. Appartementsplitsing, kamergewijze verhuur, verhuur aan expats en toeristen (Airbnb), de mogelijkheden zijn legio en de opbrengsten vaak aanzienlijk. Huizenkopers voor eigen gebruik kunnen meestal niet concurreren met deze particuliere beleggers.

Een gevolg van deze nieuw concurrentie is een snel dalend aanbod, waardoor huizenprijzen blijven stijgen, ook de huurprijzen weer omhoog gaan, hetgeen weer huizenprijzen opstuwt, enzovoort.

Het gevolg is dat vooral (zeer) koopkrachtige eigenaar-bewoners meedingen in deze koopwoningmarkt. In Amsterdam lijkt daarvan een steeds grotere groep uit het buitenland te komen. Het overgrote deel van degenen die een woning willen kopen of huren zien zich vaker gedwongen om op grotere afstand van stedelijke centra te gaan zoeken. Zo gaan steeds meer jonge Amsterdammers in Rotterdam op zoek naar een huis!

 

Bron: Volkskrant