Aan het begin van deze maand is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het nieuwe wetsvoorstel “Doorstroming Huurmarkt” van minister Stef Blok. Dit nieuwe wetsvoorstel heeft als doel om mensen minder lang in sociale huurwoning te laten blijven. Dit zou scheefwonen moeten voorkomen maar ook voor meer doorstroming op de sociale huurmarkt moeten zorgen. Een wijziging in de wet betekent dat er een hoop gaat veranderen, voor huurders maar natuurlijk ook verhuurders. Hier kun je lezen wat er precies voor jouw veranderd naar aanleiding van de wetswijziging!
Inkomen van de huurder wordt wel doorgegeven door de Belastingdienst
Een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel was het aanpakken van scheefwoners. In eerste instantie wilde minister Blok zelfs de Belastingdienst verplichten om inkomensgegevens van huurders aan verhuurders door te geven, zodat mensen die te veel verdienen niet meer in sociale huurwoningen kunnen blijven. Dit kon niet als de wet niet werd gewijzigd, want er is een specifieke vernoemen in de wet verplicht. In de nieuwe huurwet is deze verplichting wél expliciet opgenomen. Met andere woorden: de Belastingdienst móet jaarlijks de inkomensgegevens van huurders doorgeven aan de eigenaar van de woning. Dit betekent dat verhuurders de huurverhoging per 1 juli 2016 kunnen en mogen baseren op de inkomensgegevens van hun huurders. Bewoners van een sociale huurwoning die hiervoor een te hoog inkomen hebben, kunnen door deze maatregelen op een huurverhoging van maximaal 4 procent plus inflatie rekenen. Op die manier wil de minister scheefwoners stimuleren om te verhuizen, in de hoop dat er zodoende meer sociale huurwoningen vrijkomen voor de lagere inkomens.
HEB JIJ EEN KAMER, STUDIO OF APPARTEMENT BESCHIKBAAR? PLAATS ‘M DAN VANDAAG NOG OP KAMERNET – DE SNELSTE MANIER OM TE VERHUREN!
Huurverhoging gebaseerd op inkomen
De jaarlijkse huurverhoging mag door corporaties berekend worden op basis van het inkomen van de huurder. Ook niet-scheefwoners kunnen daarom de gevolgen van de nieuwe huurwet voelen. Zo kunnen huurders die in 2014 meer dan 44.360 euro verdienden deze zomer maximaal 4,6 procent huurverhoging (4 procent plus 0,6 procent inflatie) krijgen. De huur voor de laagste inkomens (tot 34.678 euro) mag met maximaal 2,1 procent stijgen, terwijl de groep hier tussenin de huur met maximaal 2,6 procent ziet toenemen. Let wel dat dit maximale stijgingen zijn: een verhuurder kan ervoor kiezen om de huur minder hard te verhogen. De enige groepen waar de maximale verhoging niet geldig is zijn gepensioneerden en huishoudens met vier gezinsleden of meer. Voor hen geldt de grens van 2,1 of 2,6 procent (afhankelijk van hun inkomen), ook wanneer ze scheefwonen.
Naast de grootste veranderingen in het algemeen, heeft de aanpassing natuurlijk ook invloed op de praktische kant van huren en verhuren. Hieronder kun je vinden waarop.
Tijdelijke huurcontracten
De nieuwe wet heeft als gevolg dat verhuurders een tijdelijk huurcontract van maximaal twee jaar kunnen aanbieden. Mensen die wel (tijdelijke) woonruimte voor de verhuur beschikbaar hebben, maar vrezen om wegens de huurbescherming te lang aan deze huurders vast te zitten, moeten hiermee worden gestimuleerd om hun woonruimte toch tijdelijk te huur aan te bieden. Op deze manier zou het huuraanbod toenemen. Ook stemde de Kamer in met het invoeren van vijfjarige huurcontracten voor onzelfstandige woonruimte voor jongeren tot en met 27 jaar.
Passend toewijzen
Corporaties zijn verplicht tot het passend toewijzen van hun vrijkomende sociale huurwoningaanbod. Hiervan moeten zij jaarlijks minimaal 80 procent toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 euro. 10 procent van de vrijgekomen huurwoningen mag worden toegewezen aan huurders met een inkomen van maximaal 38.950 euro.
Aanpak onterechte prijsverschillen
Wanneer er een nieuwe huurder intrekt, kunnen verhuurders van sociale huurwoningen de huur flink opschroeven. Hierdoor zijn er grote prijsverschillen ontstaan tussen vergelijkbare sociale huurwoningen. Nieuwe huurders betalen hierbij veel meer dan zittende huurders. Deze prijsverschillen worden aangepakt door de stijging van huurprijzen bij nieuwe huurders te beperken. Huurders die eigenlijk te weinig huur betalen voor de woonkwaliteit die hun huis biedt, kunnen een maximale huurverhoging van 2,5 procent plus inflatie tegemoet zien.
De huurwet gaat dus pas in vanaf 1 juli 2016 – voor deze tijd zal er geen wijziging in de huurprijs komen op basis van de wijziging in de huurwet. De nieuwe huurwet heeft zo zijn voordelen, maar ook z’n nadelen. Hier kun je lezen wat het effect van deze nieuwe huurwet is op studenten.
Wat vinden jullie van de wijziging? Wij zijn ontzettend benieuwd naar jullie mening!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.