De Studentenwijzer brengt de standpunten van de politieke partijen over onderwijs in kaart

De afschaffing van de basisbeurs heeft tot veel uiteenlopende reacties geleid. Veel studenten waren verontwaardigd: het zou negatieve effecten hebben op de sociale mobiliteit, een bestuursjaar lastiger maken en van een verkeerde studiekeuze wel een heel duur grapje maken. Anderen wijzen erop dat het geldt nu in de kwaliteit van het onderwijs wordt gestoken; dat overheidsgeld niet langer naar biertjes gaat en dat de studenten bewuster van de kosten kiezen voor een investering in zichzelf. In aanloop naar de verkiezingen van 15 maart heeft de Studentenwijzer in kaart gebracht welke kant de politieke partijen in dit debat kiezen.

Ongeveer 850.000 jongeren mogen voor het eerst stemmen deze verkiezingen. Op een totaal van ongeveer 13.000.000 kiesgerechtigden vertegenwoordigt deze groep 6,54% van het electoraat – goed voor 10 zetels. “Dat betekent dat de stem van de student aanzienlijk zwaar weegt deze verkiezingen”, aldus Iris Groen, initiatiefnemer van de Studentenwijzer.

Toch zijn studenten een heterogene groep. Groen acht het dan ook onwaarschijnlijk dat de standpunten van de politieke partijen over het onderwijs, of nog specifieker de basisbeurs, de belangrijkste overweging zal zijn bij het bepalen van het stemgedrag. “Maar het werkt zeker mee. Het belangrijkste is dát wij studenten ons informeren. Welke conclusies wij daaruit trekken is aan vervolgens aan onszelf.”

Of alle 850.000 nieuwe kiesgerechtigden ook allemaal naar de stembus gaan is onzeker. Jongeren zijn een notoir absenteïstische groep als het gaat om stemmen. Met acties als ‘De Stembus’, waarmee Tim Hofman door het land gaat om jongeren op te roepen om te gaan stemmen, proberen sommigen hier verandering in te brengen.