Terwijl het studentenleven al is begonnen, blikt Kamernet terug op de introweken! Eerder hebben wij het verhaal van Meral al gehoord, maar vandaag is Jaap aan de beurt. Hij vertelt hieronder over zijn ervaringen tijdens zijn intro-kamp van Scheikundige Technologie in Tilburg!

Terwijl ik de laatste haring in de grond sla, verschuift mijn aandacht naar de donker wordende lucht. Ik kijk naar m’n tent, voel de zweetdruppels op mijn voorhoofd van het harde werk en de felle zon, en krijg goede hoop dat mijn theorie de komende 9 dagen zal doorstaan. Die theorie gaat als volgt: omdat ik dapper heb besloten mijn introductie kamperend te overleven, zal er door een samenloop van meteorologische zeldzaamheden een hogedrukgebied richting Enschede gaan, met een subtropische Kick-In als gevolg. In mijn hoofd hoor ik de verbaasde stem van de weerman al. Maar een klein uurtje later drukt iemand me op de campus een eendagsponcho in mijn handen terwijl ik de Kaspische zee over me uitgestort krijg. Ik weet dan nog niet dat het de acht dagen daarna zoveel zal regenen dat ik elke avond het water uit mijn tent sta te scheppen, of dat mijn industrial-sized partytent (opgezet om nog een droog plekje te kunnen hebben) door de natte moesson gereduceerd zal worden tot een zielig hoopje plastic. Samen met tientallen anderen stap ik doorweekt de registratietent in waar ik me registreer, en een tasje krijg met het thema dat me overal doorheen zal slepen: Openmind UT.
Het tasje zit na een rondje over de openingsmarkt al propvol folders en gratis troep, waaronder zonnebrand die na drie dagen in humus verandert. Nadat we, in opperbest humeur, met de hele nieuwe lichting studenten in de vorm van een denkwolkje zijn gaan staan op een grasveld, en hier een foto van gemaakt is, gaan we met alle toekomstige studenten Scheikundige Technologie door naar de doegroepenmarkt. Wat de helft van ons dan nog niet eens weet, is dat je doegroep het gezelschap is waarmee je de rest van je introductie doorbrengt. We krijgen een boekje waarin alle doegroepen een stukje over zichzelf hebben geschreven, maar geen tijd om het door te lezen. We moeten door, en krijgen zes melige filmpjes te zien met bierestafettes, donkere beelden van hossende mensen, nog meer bier, jongens die elkaar in het kruis slaan en mensen met zonnebrillen. “Die vierde leek me wel okee”, zegt de jongen naast me. Omdat we dat allebei meer dan genoeg onderbouwing vinden, pakken we snel een shirt waar “eScalaTie” op staat, met hoofdletters S en T.
We schuiven aan bij de eScalaTie-tafel en krijgen een plastic bordje met Chinese zooi, waar we later met weemoed in ons hart aan terug zullen denken als een van de beste maaltijden van de intro. Na het eten vertrekken we naar buiten. Daar gaan we in een kringetje staan en doen we krantenmeppen tot onze krant helemaal aan snot geslagen is. We zoeken een smal muurtje op, gaan er met zijn allen op staan en sorteren onszelf op lengte, schoenmaat en voornaam, alles zonder van het muurtje af te stappen. Zodra iedereen zich voldoende ongemakkelijk voelt door het dicht langs elkaar glippen, is het toch echt hoog tijd voor feest. Even later begint een van de mooiste feesten van het jaar. De ‘ouwe lullen’ inventariseren de nieuwe eerstejaars, de eerstejaars proberen zich te herinneren wat toch te doen met hun lastige ledematen, en de ledematen krijgen een eigen wil door al het bier. Hierdoor dringt het gelukkig bij niemand echt door dat we – alweer – in de stromende regen staan. Op een zeker moment begint een enthousiaste ouderejaars dronken in mijn oor te schreeuwen hoe fantastisch het is om op kamers te gaan. Het houdt ongeveer een halfuur aan en ik versta de helft niet, maar ik ontdek dat dat niet erg is, aangezien ieder noemenswaardig punt ten minste drie keer voorbijkomt. Ik moet hem later overigens gelijk geven in alles wat ik verstaan heb. Als ik genoeg gefeest heb en het wordt wat rustiger, besluit ik terug te fietsen naar de camping, zodat ik in mijn tent met mijn ogen dicht kan doen alsof ik niet in een grote plas water lig met mijn opblaasmatje. Als de wekker de volgende dag om acht uur (’s ochtends!) gaat, probeer ik mezelf op pure wilskracht te ontdooien en vertrek ik richting het vaste ontbijt (wat onze doegroep niet één keer zal missen), richting nog meer regen, nog meer feestjes, richting nieuwe vrienden, bijzondere ervaringen en de mooiste tijd van het jaar!